‘Niks zeggen!’ Fluistert Anneke vanachter het gordijn.
Ik kan mijn lach haast niet inhouden. Ach, ze denkt dat ze goed verstopt staat, maar alleen haar hoofd is niet zichtbaar.
‘Anneke je bent af ik zie je,’ roept Bartje luid.
Anneke sluipt geruisloos naar de andere hoek van de kamer.
Bartje snapt er niks van. ‘Waar… is ze nu?’ Ineens zet hij het op een brullen.
‘Ach ventje ze is niet echt kwijt hoor!’
‘Dat weet ik wel, maar we mochten een ijsje als ik ze gevonden had, en nu zie ik haar nergens meer.’