‘Jaa met mij, we zijn alweer terug hoor! Ik dacht ik bel even anders worden ze weer ongerust.’
‘Ben je thuis dan?’
‘Nee nog bij mijn vriendin, ik heb vanmiddag een uur of vier rondgereden we zijn lekker gaan lunchen, en straks gaan we nog een hapje eten.’
‘Heb jij gereden?’
‘Ja zij durft de snelweg niet meer op.’
‘Oké, goed uitkijken hoor?’
‘Tuurlijk, ik ben voor het donker thuis.’
‘Mam, bellen als je thuis bent he?
‘Ja hoor, je moeder van zesentachtig meld zich wel weer.’
@Lucia Bartels